Analyse kosten- en batenfactoren bij medische fitnessruimtes en zwembaden

Het Mulier Instituut heeft een kwalitatief onderzoek uitgevoerd naar kosten- en batenfactoren bij medische fitnessruimtes en zwembaden.  Als referentie diende het onderzoek van het Economisch Instituut voor de Bouw naar de maatschappelijke kosten en baten bij het opleggen van beperkingen op groepslessen in kleine fitnessruimtes tijdens een pandemie. De onderstaande onderzoeksvragen zijn beantwoord.

1. In hoeverre zijn de kosten- en batenfactoren van het sluiten van medische fitnessruimtes en zwembaden anders dan die van kleine fitnessruimtes voor groepslessen?

2. Hoe zijn deze kosten en baten over stakeholders verdeeld?

Hiervoor zijn semigestructureerde interviews afgenomen, er is een documentstudie verricht en er zijn analyses op bestaande data uitgevoerd.

Vrijwel alle kosten- en batenfactoren voor medische fitnessruimtes zijn dezelfde als die van groepslessen in fitnessruimtes. De belangrijkste kostenfactor betreft de gezondheidskosten door verminderde deelname aan medische fitness. Deze kostenfactor komt voor rekening van de patiënten. De voornaamste batenfactor betreft de gezondheidsbaten als gevolg van verminderde ziekte en sterfte. Die lijken voor het grootste deel neer te slaan bij de patiënten en de maatschappij.

De kosten- en batenfactoren voor zwembaden stroken ook grotendeels met die van groepslessen in fitnessruimtes. De hoogste kostenfactor zijn de gezondheidskosten door minder sporten. Die komen voor rekening van de zwemmers. De voornaamste batenfactor zijn de gezondheidsbaten als gevolg van verminderde ziekte en sterfte. Die slaat neer bij de zwemmers en de maatschappij.

Lees hier de volledige rapportage.